Fabels verstoren woningmarkt
De koopwoningmarkt wordt verstoord door de overdrachtsbelasting, het scheefwonen en een te grote voorraad sociale woningen. Even storend zijn het debat over de hypotheekrenteaftrek en een aantal fabels over de woningmarkt. Dat zegt Jan van Tuinen, directeur Bouwend Nederland, in een pleidooi voor rust op de woningmarkt.
Van de hypotheekrenteaftrek moet het kabinet afblijven, vindt hij. De overdrachtsbelasting moet volledig verdwijnen, het aantal sociale huurwoningen moet omlaag en scheefwonen moet harder worden aangepakt, stelt hij. Dat Nederland gebukt gaat onder een veel te grote hypotheekschuld en er een ‘bubbel’ in de prijzen zit, noemt hij een fabel.
Met de schuldenlast valt het volgens hem reuze mee. ‘De totale waarde van Nederlandse woningen is 1.168 miljard euro. De totale woningschuld is weliswaar 631 miljard euro, maar tussen de 100 en 200 miljard euro is opgebouwd in spaarhypotheekvormen en in feite afgelost. Aan werkelijke schuld blijft er ongeveer 40 procent over’, aldus Van Tuinen. Hij haalt daarbij het kabinet-Rutte aan. ‘Tegenover de relatief hoge private schuld in Nederland staan grote bezittingen die deze schulden ruimschoots overtreffen. De netto vermogenspositie van Nederlandse huishoudens blijft daardoor positief.’
Over de vermeende ‘bubbel’ stelt hij: ‘Volgens het IMF zouden de woningprijzen in Nederland met 30 procent omlaag kunnen. Maar de belangrijkste reden voor de forse prijsstijging van woningen, ongeveer vanaf 1995, is dat huishoudens veel welvarender zijn geworden. De tweeverdieners, geholpen door de lage reële rente, konden toen veel meer voor een woning betalen. De prijzen worden bovendien fors bepaald door het overheidsbeleid. Omdat er in Nederland alleen mag worden gebouwd in precies omschreven en aangewezen gebieden, zijn de grondprijzen enorm gestegen. ‘Grond' bepaalt nu bijna de helft van de prijs, op sommige gewilde locaties.’
De tijdelijke opleving van woningverkopen, in januari en februari, is volgens hem ‘één op één toe te schrijven aan de rust rond de hypotheekrenteaftrek bij het aantreden van het kabinet’. ‘Zelfs maar de verwachting van afschaffing van de hypotheekrenteaftrek, hoe voorzichtig ook, maakt de Nederlander extra voorzichtig op de woningmarkt. Dat betekent: dalende woningprijzen. Gedeeltelijk afschaffen van de hypotheekrenteaftrek, zelfs in keurige overzichtelijke fasen, snijdt direct diep in de financiële vooruitzichten van woningeigenaren. Want hun eigen huis wordt daardoor zeker 5 tot 18 procent minder waard.’